Advies op maat ontvangen van onze adviseurs?
Klik dan hier
Het is natuurlijk interessant om met je bedrijf nieuwe markten te betreden. Misschien zal je je eerst binnen de Europese markt gaan ontwikkelen, door de voordelige onderlinge afspraken tussen de landen. Inmiddels behoort het Verenigd Koninkrijk niet meer tot de Europese Unie. Dit zorgt voor verschillen in fiscale regelgeving, maar ook wat arbeidsrecht betreft. Als je werknemers in het Verenigd Koninkrijk zal krijgen, is het Britse arbeidsrecht van toepassing op hun contracten. Het is als werkgever dus belangrijk om te weten wat de verschillen zijn tussen het Nederlandse en het Engelse arbeidsrecht. We vertellen je hier meer over in dit artikel.
Het Nederlandse arbeidsrecht valt onder het Romaans-Germaanse arbeidsrecht. Voor de landen die van dit arbeidsrecht afstammen geldt dat de overheid een centrale en actieve rol speelt in het bepalen van de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden tussen partijen. Het arbeidsrecht is extensief geregeld in de wet zodat de werknemer goed wordt beschermd.
De Engelse benadering van het arbeidsrecht is juist dat er meer mogelijkheid voor partijen is om de inhoud van het arbeidsrecht in een contract vast te leggen. De overheid heeft een beperkte rol in de bepaling van de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden tussen partijen. De inhoud van de arbeidsovereenkomst wordt voor het grootste deel dus bepaald door de contractspartijen zelf.
In Nederland zijn er verschillende soorten arbeidscontracten, waarvan de belangrijkste zijn een vast contract, een tijdelijk contract en een nulurencontract.
In het Verenigd Koninkrijk zijn er zeven soorten arbeidscontracten, maar de belangrijkste zijn ook een vast contract, een tijdelijk contract en een nulurencontract.
In Nederland wordt gewoonlijk een proeftijd van één maand opgenomen in het arbeidscontract. De werkgever kan in deze tijd nagaan of de werknemer bij het bedrijf en de functie past. Als tijdens de proefperiode blijkt dat de werknemer niet geschikt is, dan heeft de werkgever de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst relatief makkelijk te beëindigen. Toch moet de werkgever zich houden aan wettelijke regels. Zo moet de proeftijd schriftelijk zijn opgesteld. Ook mag de proeftijd nooit langer dan twee maanden duren; bij een arbeidscontract van minder dan twee jaar mag de proeftijd maximaal één maand zijn. Er mag maar één keer een proeftijdbeding worden opgesteld binnen hetzelfde bedrijf, tenzij de nieuwe arbeidsovereenkomst geheel andere vaardigheden vereisen. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen het contract tijdens de proeftijd eenvoudig beëindigen zonder opzegtermijn.
De standaard proeftijdperiode in het Verenigd Koninkrijk is drie maanden. Dat is dus langer dan die in Nederland, die gewoonlijk één maand is en maximaal twee maanden mag zijn. Het is mogelijk voor de werkgever om de proeftijdperiode te verlengen, als hij of zij er nog niet over uit is of de werknemer geschikt is voor de functie of bij het bedrijf past. Dit is echter alleen mogelijk als al in het proeftijdbeding is opgenomen dat dit kan, of als de werknemer met de verlenging instemt. De meeste rechten van een werknemer met een vast contract gelden ook voor een werknemer met een proeftijd. Er zijn wel een paar uitzonderingen. Zo kan de werkgever de werknemer met een kortere opzegtermijn ontslaan tijdens de proeftijd. In het VK is er dus wel, in tegenstelling tot Nederland, een opzegtermijn voor ontslag tijdens de proeftijdperiode. In het proeftijdbeding moet wel worden opgenomen wat de termijn is en onder welke omstandigheden het contract kan worden beëindigd. Ook als de werknemer ontslag wil nemen tijdens de proeftijdperiode, heeft hij of zij een opzegtermijn van minstens één week. Het is ook mogelijk om andere secundaire arbeidsvoorwaarden af te spreken voor een proeftijdbeding.
Voor zowel werkgever als werknemer geldt bij de beëindiging van een vast contract een opzegtermijn. Afhankelijk van hoelang een werknemer al in dienst is bij het bedrijf, is wettelijk bepaald hoelang de opzegtermijn is. De volgende opzegtermijnen gelden:
De werkgever moet bij een tijdelijk contract van minstens zes maanden rekening houden met een opzegtermijn; de werknemer moet uiterlijk één maand voor de einddatum van het tijdelijke contract schriftelijk worden geïnformeerd dat er geen verlenging komt. Als werkgever moet je in Nederland dus ook bij een tijdelijk contract aangeven dat er geen verlenging komt.
In het Nederlandse arbeidsrecht is het voor een werkgever niet makkelijk gemaakt om een werknemer te ontslaan. Tijdens de proeftijd is het nog wel relatief makkelijk voor een werkgever om een werknemer te ontslaan. Voor een contract van bepaalde of onbepaalde tijd is er maar een beperkt aantal ontslaggronden waarop een werkgever een werknemer kan ontslaan. De werkgever moet in de meeste gevallen een verzoek bij UWV of kantonrechter indienen. De ontslaggronden zijn de volgende:
In het Verenigd Koninkrijk bestaat het common law en het contractuele recht om een contract te beëindigen. Er wordt tussen deze twee soorten recht onderscheid gemaakt en in sommige gevallen kan een partij recht hebben op beide. Volgens het common law kan elke partij het contract opzeggen als er sprake is van een schending van het contract, een serieuze schending van een impliciete voorwaarde in het contract (een schending van de hoofdzaak) of een weigering om het afgesproken uit te voeren. Contracten bevatten gewoonlijk ook clausules waaronder de beëindiging van een contract gerechtvaardigd is; dit geldt als het contractuele recht. Meestal gaat het om procedures die bij de beëindiging moeten worden gevolgd, zoals de opzegtermijnen.
Wettelijk gezien gelden in het VK de volgende opzegtermijnen:
Contractueel kan er een langere opzegtermijn worden opgenomen.
Als de werkgever zich hier niet aan houdt, kan de werknemer een vergoeding hiervoor krijgen.
In het Verenigd Koninkrijk wordt er gebruik gemaakt van het begrip “unfair dismissal”. De werkgever had de werknemer dan niet mogen ontslaan. Het kan bij een “unfair dismissal” gaan om het niet volgen van de wettelijke ontslagprocedure of om een opzeggrond die onredelijk is. Een werknemer kan zich beroepen op een “unfair dismissal” als hij of zij minimaal twee jaar bij het bedrijf werkt. Andere voorbeelden van een “unfair dismissal” is het beëindigen van een arbeidscontract na de aanvraag voor zwangerschapsverlof of na het aankaarten van gezondheids- en veiligheidsproblemen.
In Nederland wordt het aantal vakantiedagen berekend aan de hand van het aantal uren dat een werknemer per week werkt. Het aantal per week wordt keer 4 gedaan.
Voor werknemers van een werkweek van 40 uur, geldt de volgende berekening:
Contractueel kunnen afspraken worden gemaakt over bovenwettelijke vakantiedagen. Dat betekent dat contractueel tussen werkgever en werknemer kan worden afgesproken of het mogelijk is en zo ja, hoe meer dan het wettelijk aantal vakantiedagen kan worden opgebouwd. Ook als de werknemer ziek is worden de vakantie-uren verder opgebouwd.
In het Verenigd Koninkrijk hebben werknemers gewoonlijk 5.6 weken betaald verlof of vakantiedagen per jaar. Een werkgever kan officiële feestdagen onder dit wettelijk jaarlijks verlof schalen, maar in die keuze is de werkgever vrij.
Het wettelijk jaarlijks verlof van een werkweek van 5 dagen moet minstens 28 dagen per jaar zijn. Dat is gelijk aan 5.6 weken vakantie per jaar. Bij parttime banen is het aantal vakantiedagen evenredig hieraan. Bij een werkweek van 3 dagen heeft een werknemer 5.6 x 3 = 16,8 vakantiedagen per jaar. Ook in het VK krijgen werknemers doorbetaald bij ziekte en als een naaste van de werknemer overlijdt waar hij of zij voor zorgt.
Als werkgever van een bedrijf dat ook in het buitenland opereert, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van het arbeidsrecht van de werknemers in de verschillende landen. De hoofdregel is dat je samen met je werknemers kiest welk arbeidsrecht van toepassing is op een arbeidsovereenkomst. Dit leg je vast in de arbeidsovereenkomst. Wel geldt dat de rechtskeuze voor het arbeidsrecht dat van toepassing is er niet voor mag zorgen dat de werknemer bescherming van een recht verliest als er geen rechtskeuze is geweest. De werknemer mag dus niet worden benadeeld door de keuze voor het bepaalde recht. Het thuiswerken van werknemers heeft gevolgen voor loonbelasting en sociale zekerheid. Wat loonbelasting betreft is de hoofdregel dat het loon wordt belast in het woonland, tenzij arbeid wordt verricht in een ander land.
Het internationaal privaatrecht hieromtrent is erg complex en de rechtskeuze heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers. Het is daarom aan te raden om bij de rechtskeuze juridisch advies te vergaren.
Er zijn verschillen tussen het arbeidsrecht in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk.
Als je van plan bent je bedrijf uit te breiden naar het buitenland, onderzoek dan eerst de arbeidswetten en -normen van dat land. Zo kom je niet voor vervelende verrassingen te staan. Er kunnen heel wat verschillende regelgevingen zijn, dus juridisch advies inwinnen kan verstandig zijn. Firm24 helpt je graag bij het adviseren van arbeidsovereenkomsten in een ander land!
Dankzij jarenlange ervaring weten wij ondernemers te helpen met het juiste advies.