Prinsjesdag 2023; Dit zijn de belangrijkste veranderingen voor jou als ondernemer

Prinsjesdag 2023

Deze week was het dan eindelijk zover: Prinsjesdag 2023. Het traditionele jaarlijkse moment waarop het kabinet haar plannen en wetswijzigingen voor het komende jaar presenteert. Het is wel goed om in gedachte te houden dat de plannen altijd nog kunnen veranderen of aangepast kunnen worden. De meeste plannen zullen vanaf 1 januari 2024 in werking treden.

Wat gaat er veranderen in 2024?

1. Verlaging energie-investeringsaftrek

De energie-investeringsaftrek, die bedrijven stimuleert om te investeren in energiezuinige bedrijfsmiddelen, zal wijzigen. Vanaf 1 januari 2024 zal het aftrekpercentage voor de energie-investeringsaftrek naar 40% gaan. Daarnaast worden de horizonbepalingen van de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek verlengd tot en met 2028, wat de duurzaamheid van investeringen in energiezuinige bedrijfsmiddelen moet blijven aanmoedigen.

2. Box 2 voor DGA: er komen twee tarieven voor aanmerkelijk belang

In box 2 ben je nu als DGA of aandeelhouder met een belang van minimaal 5 % gewend aan een tarief van 26,9 % over aanmerkelijk belang. Dat gaat veranderen. Er komen vanaf 2024 twee tariefschijven: tot € 67.000 betaal je 24,5 % belasting (eerste tariefschijf) en 31 % voor alles daarboven (tweede tariefschijf).

3. Vrije ruimte werkkostenregeling

Dit jaar, in 2023, is er tijdelijk meer geld beschikbaar voor extraatjes voor werknemers, zoals een kerstbonus. Dit extra geld is nu 3.0% van al het geld dat de werkgever aan salarissen betaalt. Maar het mag niet hoger zijn dan € 400.000, plus nog 1.18% van het overgebleven salarisbedrag. Vanaf volgend jaar, in 2024, wordt deze extra ruimte weer kleiner en is het percentage alleen 1.92%.

4. Wijzigingen box 3

Er staan een aantal wijzigingen op de planning die betrekking hebben op box 3. 

De eerste verandering heeft te maken met aandelen in de Vereniging van Eigenaren (VvE). Het aandeel dat iemand heeft in het vermogen van een VvE wordt beschouwd als een vermogensrecht en wordt normaal gesproken tijdens een overbruggingsperiode van box 3 in de categorie ‘overige bezittingen’ geplaatst. Met de nieuwe maatregel wordt dit aandeel verplaatst naar de categorie ‘banktegoeden’. Dit wordt gedaan omdat dit vermogen meestal op de bankrekening staat. 

De tweede verandering heeft te maken met de derdengeldenrekening van een notaris. Net als de vorige maatregel, valt de derdengeldenrekening van een notaris ook onder de categorie 'overige bezittingen’ en zal deze met de nieuwe maatregel onder de categorie 'banktegoeden' worden geplaatst. 

De derde verandering heeft te maken met het defiscaliseren van onderlinge schulden en vorderingen. Met deze maatregel worden vorderingen en schulden tussen ouders en minderjarige kinderen en tussen fiscale partners niet langer meegenomen in de belastingaangifte. Deze maatregel geldt alleen voor ouders en minderjarige kinderen wanneer het inkomen van het kind wordt toegerekend aan de ouders. 

Er is voorgesteld om bovenstaande maatregelen tot en met 1 januari 2023 te introduceren met terugwerkende kracht in plaats van vanaf 1 januari 2024.

5. Uitstel rendement box 3

Uitstel betekent niet per definitie afstel. Zo is er op Prinsjesdag bekend gemaakt dat de nieuwe wet betreffende het nieuwe box 3 stelsel zal worden uitgesteld. Met het nieuwe box 3 stelsel is het idee om belasting te heffen over het werkelijke rendement in box 3. Waar deze wet eigenlijk in 2026 zou worden gewijzigd, wordt dit nu opgeschoven naar 2027. 

6. Herinvesteringsreserve bij staking

Een andere wijziging die in het belastingplan 2024 is opgenomen heeft betrekking tot de herinvesteringsreserve bij het staken van een onderneming. Wanneer een onderneming wordt beëindigd, moet de meerwaarde van de onderneming als belastbare winst worden beschouwd. Er bestaat echter de mogelijkheid om de belastingheffing in sommige situaties uit te stellen door een herinvesteringsreserve te creëren. Het kabinet heeft besloten om de toepassing van de herinvesteringsreserve uit te breiden, specifiek in het geval van een gedeeltelijk staking als gevolg van overheidsingrijpen. Concreet is het plan om de herinvesteringsreserve mogelijk te maken over de ondernemingsgrens wanneer het gaat om overheidsingrijpen. Deze uitbreiding heeft tot doel om het gebruik ervan toegankelijker te maken voor diverse groepen.

7. Wijzigingen beleggingsinstellingen

Er staan een aantal aanpassingen op de planning met betrekking tot beleggingsinstellingen. Allereerst met betrekking op de vrijgestelde beleggingsinstelling. Momenteel zijn deze instellingen vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Vanaf 1 januari 2025 wordt deze regeling alleen nog beschikbaar gesteld voor beleggingsinstellingen en instellingen voor collectieve beleggingen in effecten volgens de Wet op het financieel toezicht. Het doel is om de toegang tot deze vrijstelling te beperken tot beleggingsinstellingen die beleggingsrechten aanbieden aan een breed publiek of institutionele beleggers. Vrijgestelde beleggingsinstellingen in handen van vermogende particulieren worden dan belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.

Naast de vrijgestelde beleggingsinstelling heb je ook de fiscale beleggingsinstelling. Vanaf 1 januari 2025 mogen fiscale beleggingsinstellingen niet langer direct investeren in vastgoed, zowel nationaal als internationaal. Winsten behaald uit vastgoedinvesteringen zullen onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting.

Als laatste wordt het toestemmingsvereiste als criterium voor vennootschapsbelastingplicht van het fonds voor gemene rekening opgeheven.

8. Kwalificatiebeleid rechtsvormen

Op Prinsjesdag zijn aanpassingen naar voren gebracht met betrekking tot het kwalificatiebeleid voor rechtsvormen om belastingverschillen tussen landen te verminderen. Momenteel kunnen verschillen in kwalificatie tussen nationale belastingstelsels leiden tot situaties waarin het ene land een entiteit als belastingplichtig beschouwt, terwijl het andere land dat niet doet. Het kabinet wil het fiscale onderscheid tussen open en besloten commanditaire vennootschappen laten verdwijnen. Hierdoor zullen geen van beide soorten commanditaire vennootschappen onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Voor open commanditaire vennootschappen die momenteel onder deze belasting vallen, komt er een overgangsregeling.

9. Minimumkapitaalregeling

Een andere bekendmaking betreft een aanpassing van de minimumkapitaalregeling. Het kabinet plant aanpassingen in de specifieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting voor banken en verzekeraars, ook bekend als de minimumkapitaalregel. Momenteel zorgt deze regel voor onevenwichtigheden met betrekking tot interne treasury activiteiten. Om deze verstoring te corrigeren, wordt het niet-aftrekbare percentage van de minimumkapitaalregel verhoogd van 9% naar 10,6%. Dit zal helpen om de regeling eerlijker te maken voor deze financiële instellingen.

10. Wet excessief lenen

Ook bij de wet excessief lenen zitten er een aantal veranderingen aan te komen. De wet excessief lenen bij de eigen vennootschap had namelijk een ongewenste uitkomst. Het probleem doet zich voor wanneer iemand die in het buitenland woont na emigratie te veel geld leent van een nieuwe vennootschap die in het buitenland gevestigd is. In dat geval wordt er een aanslag opgelegd om het bedrag dat te veel is geleend te innen. Er zijn twee reparerende maatregelen bekend gemaakt om bovenstaande ongewenste uitkomst goed te maken. Allereerst zal de uitstel van betaling van de conserverende belastingaanslag niet worden stopgezet, tenzij er al eerder te veel schuld is opgebouwd. Daarnaast zal de belasting na emigratie niet worden geïnd als iemand te veel leent van bedrijven waarin ze een aanmerkelijk belang hebben en de inkomsten van die bedrijven niet in Nederland worden belast.

11. Dividendstripping

Met dividendstripping is het mogelijk om belastingvoordelen te behalen. Dividendstripping wordt in Nederland gezien als fraude. Toch is dit lastig te onderscheppen en aan te tonen. Op Prinsjesdag zijn daarom nieuwe maatregelen met betrekking tot dividendstripping bekend gemaakt. Allereerst heeft dit betrekking op de bewijslastverdeling. Voortaan zal de inspecteur eerder beschikking hebben over de relevante documenten en informatie betreffende de transactie met aandelen. De tweede maatregel heeft betrekking op de registratiedatum. Het plan is namelijk om, samen met de registratiedatum, in de wet vast te leggen wie recht heeft op dividend, wie de dividendbelasting kan verminderen en kan terugkrijgen.

12. Loonbelasting OV-abonnementen

Er zijn ook een aantal veranderingen betreffende het reizen naar voren gebracht op Prinsjesdag. Allereerst zal de onbelaste reiskostenvergoeding naar 23 cent per kilometer gaan. Dit was eerder 21 cent per kilometer. Daarnaast zal de vrijstelling voor het geven van een OV-abonnement verruimd worden. Er zal namelijk geen belasting meer betaald hoeven te worden wanneer werknemers hun OV-abonnement gebruiken om naar hun werk te gaan.

13. Vastgoedaandelentransactie

Soms is het mogelijk om geen extra belasting te hoeven betalen wanneer je bijvoorbeeld een bedrijf koopt, maar dit gaat volgend jaar veranderen. Het was namelijk eerder mogelijk voor bedrijven om onroerende zaken via een aandelentransactie over te dragen waardoor er geen overdrachtsbelasting en btw betaald hoefde te worden. Met de nieuwe regeling zal de samenloopvrijstelling worden aangepast en zal er een overdrachtsbelasting van 4% worden geheven op vastgoedaandelentransacties. Dit zal structureel vanaf 2028 gebeuren en tot die tijd zal er een overgangsregeling zijn.


BEKENDMAKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

Prinsjesdag 2022

Prinsjesdag, een dag van vele gezichten. Elk jaar worden op de derde dinsdag van september de plannen en wetgeving voor het komende jaar bekend gemaakt door onze koning. Ondanks dat een hoop aandacht deze dag uitgaat naar de uitvaart van Koningin Elizabeth, gaat het leven natuurlijk gewoon door. En ook dit jaar moeten de plannen “gewoon” bekend worden gemaakt.

Deze plannen lijken voor het eerst sinds een aantal jaar ingrijpender te zijn dan voorgaande jaren. Dit heeft natuurlijk allemaal te maken met de ontwikkelingen van de afgelopen tijd. In totaal is er een inflatie van bijna 10%. Dat is vrij hoog en hier ondervinden veel huishoudens maar natuurlijk ook ondernemers dan ook last van. Ook de stijging van de gas- en energieprijzen speelt hier natuurlijk een rol in. Mede hierom zal het verbeteren van de koopkracht dus hoog in het vaandel staan. Hierdoor zullen er een aantal dingen sterk veranderen.

Vennootschapsbelasting 

Net als vorig jaar is de vennootschapsbelasting nu ook weer verandert. De vennootschapsbelasting voor bedrijven en particulieren in box 3 zal omhoog gaan. 

De vennootschapsbelasting gaat van 395.000 naar 200.000 euro. Hierdoor zullen meerdere mensen het hoge tarief van 25,8% moeten gaan betalen. Het lage belastingtarief, zal verhoogd worden met 4%, dit gaat dus van 15% naar 19%.

 20222023
Opstaptarief15% tot € 245.00019% tot € 200.000
Toptarief25% vanaf € 395.00025,8% vanaf € 200.000

Inkomstenbelasting 

De inkomstenbelasting zal daarentegen gaan dalen. Dit geldt wel alleen voor het inkomenstarief voor inkomens tot de 70.000 euro. 

Veranderingen voor DGA 

Een dga zit wanneer het gaat om zijn eigen salaris aan meerdere eisen vast. In 2023 zullen deze nog strenger worden. Wanneer zij uitkering door middel van een vergelijkbare dienstbetrekking, konden ze voorheen nog genieten van een doelmatigheidsmarge van 25%.

Deze zal vanaf 2023 verlaagd worden naar 15%, wat betekent dat je jezelf meer loon uit gaat moeten keren. Ook is het zo dat voor een innovatieve start-up, de DGA zijn loon gelijk mag stellen aan het wettelijk minimumloon. 

Overdrachtsbelasting

Het tarief wat betrekking heeft op de overdrachtsbelasting zal ook een stijging gaan ondervinden. Waar deze eerst 8% was, zal deze stijgen tot boven de 9% (en misschien wel boven de 10%). 

Onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding zal ook omhoog gaan. Deze betrof in 2022 nog 19 cent per kilometer. Verwacht wordt dat deze in 2023 zal gaan stijgen tot waarschijnlijk om en nabij 21 cent per kilometer. Hierdoor zullen werknemers meer kilometers vergoed krijgen van hun werkgever. 

Stijging minimumloon 

Het wettelijke minimumloon zal vanaf 1 januari 2023 met 10% gaan stijgen. Er is dus een extra verhoging gekomen, dit werd noodzakelijk geacht omdat de dalende koopkracht zo bij te kunnen benen. Dit betekent ook dat de uitkeringen zullen gaan stijgen. Denk hierbij aan de AOW, bijstand en dergelijken. 

Brandstof Accijns 

De brandstofaccijns werd het afgelopen jaar al verlaagd. Deze verlaging is verlengd tot in ieder geval het eerste half jaar van 2023. 

Afschaffing jubelton 

Per 1 januari 2024 zal de zogenaamde Jubelton (belastingvrije schenking voor een eerste woning aan kinderen) worden afgeschaft. Ook zal deze in 2023 behoorlijk worden verlaagd tot een bedrag van €27.231. De maximale vrijstelling betreft op dit moment €106.671. 

 202120222023
Belastingvrij tot€105.302€106.671€27.231

Even sparren over één van de bovenstaande onderwerpen? Start rechtsonder een chat op met één van onze specialisten. Zij helpen je graag verder!


Prinsjesdag 2021

Op de derde dinsdag in september is het weer zover: Prinsjesdag. De dag waar veel ondernemers met spanning op wachten, want er zou zomaar veel kunnen veranderen. Hoewel we nog even geduld moeten hebben voordat het 21 september is, zijn er wel al een aantal dingen bekend die hoogstwaarschijnlijk in de Miljoenennota komen. In deze blog zullen we uitleggen wat er waarschijnlijk allemaal voor jou verandert.

Vennootschapsbelasting

Tot een belastbaar bedrag van € 245.000 geldt nu voor de vennootschapsbelasting een tarief van 15%. Deze eerste schijf wordt in 2022 verhoogd tot € 395.000.

 20212022
Opstaptarief15% tot € 245.00015% tot € 395.000
Toptarief25% vanaf € 245.00025% vanaf € 395.000

Vergoeding voor thuiswerk kosten

Door een of ander virus dat het hele land in de greep heeft zijn veel mensen thuis gaan werken, wat de nodige kosten met zich heeft meegebracht. Daarom heeft het kabinet besloten om een gerichte vrijstelling in het leven te roepen voor de vergoeding van deze kosten. De precieze mogelijkheden hiervan zijn nog niet bekend, dus daarvoor zullen we tot 21 september moeten wachten.

Aandelenoptierechten worden fiscaal aantrekkelijker

Vorig jaar is er al een wijziging gekomen in de fiscale behandeling van aandelenopties voor werknemers van start-ups. Het plan voor volgend jaar is ook om de aandelenoptierechten fiscaal nog aantrekkelijker te maken door het wijzigen van het moment waarop belasting verschuldigd is. Zo wordt het als bestuurder van een BV mogelijk innovatie te stimuleren door deze opties als loon verstrekken. Door middel van aandelenopties krijgen medewerkers een lager salaris, maar krijgen ze ook een aandelenoptierecht dat ze op een later moment kunnen omzetten in aandelen die een bepaalde geldwaarde representeren. Lees hier meer over wat deze aandelenopties precies inhouden.

Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO)

De WBSO werd vorig jaar al wat flexibeler gemaakt, en zo komen er dit jaar weer wat veranderingen. Het is vrijwel zeker dat de aanvraag systematiek voor de WBSO wordt vereenvoudigd. Ook wordt de wetgeving op de op te voeren kosten en uitgaven speur- en ontwikkelingswerk bij mededeling verduidelijkt. Hoe dat verder in zijn werk gaat, is voor nu nog niet bekend.

Buitenlandse bestuurders- en commissarisbeloningen

Woon jij in Nederland, maar ben jij een bestuurder of commissaris van een buitenlandse vennootschap? Dan komt er waarschijnlijk helaas een hogere belastingdruk op jouw inkomen. De goedkeuring voor het toepassen van de vrijstellingsmethode wordt namelijk ingetrokken. Deze vrijstellingsmethode houdt kortweg in dat het buitenlandse inkomen wordt vrijgesteld van Nederlandse inkomstenbelastingheffing (box 1). Als dit wordt ingetrokken, is dat dus nadelig voor het nettoloon.

Belastingplicht omgekeerde hybride lichamen

Bepaalde samenwerkingsverbanden, zoals bijvoorbeeld CV’s in CV-BV-structuren, worden in de toekomst vaak zelfstandig belastingplichtig. Hoe ze nu worden gekwalificeerd als transparante entiteiten (omgekeerde hybride lichamen), komt daar volgend jaar verandering in. Door middel van het wetsvoorstel moet voortaan het desbetreffende samenwerkingsverband bijvoorbeeld zelfstandig aangifte doen voor de vennootschapsbelasting en haar eigen winst berekenen.

Zelfstandigenaftrek

Het is al bekend dat de zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd tot € 3.240 in 2036. Dit jaar bedraagt deze aftrekpost € 6.670, dat wordt verminderd met € 360. Dit betekent dat de zelfstandigenaftrek in 2022 op € 6.310 staat.


Prinsjesdag 2020

Ieder jaar, op de derde dinsdag van september, maakt de regering zijn nieuwe begrotingsplannen bekend. Ook dit jaar zijn veel van deze regeringsplannen al bekend voordat de Minister van Financiën de kans heeft gehad om ze zelf openbaar te maken. In dit artikel tref je een overzicht van de stukken die hoogstwaarschijnlijk uit de Miljoenennota van dit jaar zullen volgen.

Vennootschapsbelasting

De belastingverlaging die gepland stond voor de grote bedrijven vindt toch geen doorgang. Het tarief uit de hoge schijf van de vennootschapsbelasting wordt niet meer verlaagd van 25% naar 21,7%. Deze schijf uit de vennootschapsbelasting geldt momenteel voor winst van bedrijven boven de € 200.000. Het tarief uit de lage schijf van de vennootschapsbelasting - momenteel voor winst onder de € 200.000 - daalt wel volgens plan, namelijk van 16,5% naar 15%. Tot slot wordt het belastbaar bedrag verhoogd van € 200.000 naar € 400.000.

Jaar20202021
Belastbaar bedrag tot € 200.00016.5% 
Belastbaar bedrag vanaf € 200.00025% 
Belastbaar bedrag tot € 400.000 15%
Belastbaar bedrag vanaf € 400.000 25%

Investeringsaftrek en zelfstandigenaftrek

Tegenover de handhaving van het tarief van 25%, in de hoge schijf van de vennootschapsbelasting, staat een extra investeringsaftrek genaamd de baangerelateerde investeringsaftrek (BIK). Bedrijven die investeren kunnen korten op hun loonheffing. De zelfstandigenaftrek wordt nog eens extra verlaagd van € 7000 naar € 3200. Voorlopig zouden zzp’ers daar nog weinig van moeten merken omdat de arbeidskorting stijgt en het lage tarief in de inkomstenbelasting daalt van 38,1% naar 36,9%.

Spaarders

De spaarders gaan er in Nederland het meeste op vooruit. De vrijstelling van de belasting op vermogen (box 3) gaat voor paren omhoog naar € 100.000 en voor individuele belastingplichtige naar € 50.000. Momenteel is dat nog € 62.000 voor paren en € 31.000 voor individuen. Voorts ontvangt zorgpersoneel bovenop de eerder beloofde bonus van € 1000 een extra bonus van € 500.

Overdrachtsbelasting

Starters op de woningmarkt die jonger zijn dan 35 worden vrijgesteld van 2% overdrachtsbelasting. Deze 2% wordt opgevangen door andere huizenkopers. Beleggers die een woning kopen om het vervolgens te verhuren en niet zelf in de woning gaan wonen moeten vanaf 1 januari 8% overdrachtsbelasting gaan betalen. Ook huizen die gekocht worden voor bewoning van kinderen van de koper en bijvoorbeeld een tweede huis vallen onder dezelfde regeling. Daarnaast gaat ook de belasting voor de aankoop van bedrijfspanden van 6% naar 8%.

Aandelenopties

De fiscale behandeling van aandelenopties voor werknemers van start-ups en scale-ups ondergaat naar verwachting eveneens een verandering. Het idee achter de wijziging is om de positie van dit soort bedrijven op de arbeidsmarkt te versterken. Het is immers vaak lastig voor start-ups en scale-ups om te concurreren met grotere bedrijven die een hoger salaris bieden aan werknemers. Momenteel vindt de heffing plaats op het moment dat de aandelenoptie wordt uitgeoefend. Op het moment van uitoefening van het optierecht kunnen de verkregen aandelen echter veelal niet worden verkocht. Daarnaast hebben start-en scale-ups vaak niet genoeg liquiditeit om de belastingheffing te voldoen. Zij zullen dus gebaat zijn bij een regeling waarbij de heffing op een later moment plaatsvindt. Zo’n moment zou bijvoorbeeld kunnen zijn wanneer het bedrijf naar de beurs gaat. Naar welk moment de belastingheffing precies gaat is nog onduidelijk.


Prinsjesdag 2019

Afgelopen dinsdag vond Prinsjesdag plaats. Wederom heeft het kabinet allerlei fiscale wijzigingen aangekondigd in het nieuwe belastingplan. Hieronder kun je verschillende wijzigingen uit het belastingplan vinden die wellicht op jou van toepassing kunnen zijn. Naast de wijzigingen uit het belastingplan van afgelopen Prinsjesdag is er tevens een kort stukje opgenomen omtrent de al eerder aangekondigde wijziging van de heffing in box 3.

1. Inkomstenbelasting

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek zal in de komende 10 jaar worden verlaagd. Op dit moment hoeven ZZP’ers geen belasting te betalen over de eerste €7280 aan winst. Vanaf 2020 wordt dit bedrag stapsgewijs in 10 jaar verlaagd naar €5000. De reden van de verlaging is om de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen.

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting wordt verhoogd. De algemene heffingskorting zal in 2020 €2.711 bedragen en in 2021 €2.801.

Arbeidskorting

Vanaf 2020 zal de arbeidskorting stapsgewijs worden verhoogd (in drie stappen). De maximale arbeidskorting zal in 2020 €3.819 bedragen. Zowel werkgevers als werknemers profiteren hiervan.

Box 2 tarief

Het tarief in box 2 wordt verhoogd naar 26,25 procent. Het box 2-tarief zal in 2021 worden verhoogd naar 26,6 procent.

Box 3

Ondanks dat het box 3 tarief geen maatregel is van dit belastingplan, heeft het kabinet bekendgemaakt dat de heffing in box 3 zal aansluiten bij de werkelijke spaarrente. Dit wordt pas ingevoerd vanaf 2022 en houdt in dat de werkelijke verhouding tussen beleggingen, spaargeld en schulden van de belastingplichtige als uitgangspunt gelden voor de heffing in box 3. Met de nieuwe maatregel wordt er gekeken naar de werkelijke hoeveelheid spaargeld. De werkelijke hoeveelheid spaargeld zal een vooraf vastgestelde forfaitaire rente opleveren en dit zal zoveel mogelijk aansluiten bij de daadwerkelijke spaarrente. De spaarrente wordt belast tegen een tarief van 33 procent. Dit houdt op dit moment in dat er geen heffing plaatsvindt in box 3 over €440.000 spaarvermogen aangezien er sprake is van een lage spaarrente. Hieronder een voorbeeld:

De eerste €400 van het rendement is vrijgesteld van een heffing. Op dit moment is de spaarrente 0.09 procent. Indien je €400.000 aan spaargeld hebt dan is er sprake van een rendement van €360. Deze €360 aan rendement is dus vrijgesteld.

Op het moment dat de spaarrente stijgt is het dus mogelijk dat je boven de drempel uitstijgt.

2. Vennootschapsbelasting

Toptarief vennootschapsbelasting

Tijdens Prinsjesdag 2018 werd bekendgemaakt dat het vennootschapsbelastingtarief voor winsten boven de €200.000 stapsgewijs zouden worden verlaagd van 22,55 procent in 2020 naar 20,5 procent in 2021. Het toptarief wordt echter pas in 2021 verlaagd. Daarnaast blijft de verlaging steken op 21,7 procent. De tariefdaling voor de eerste €200.000 winst blijft hetzelfde. Dit houdt in dat de tariefdaling in 2020 naar 16,5 procent gaat en in 2021 naar 15 procent.

Afschaffing betalingskorting voor de vennootschapsbelasting

Ondernemers kunnen op dit moment onder bepaalde omstandigheden aanspraak maken op korting indien zij de vennootschapsbelasting in één keer voldoen. Een dergelijke betalingskorting wordt afgeschaft per 1 januari 2021.

Aanpassing liquidatieverliesregeling

De aftrekbaarheid van liquidatieverlies zal worden beperkt vanaf 2021. De mogelijkheid om liquidatieverlies af te trekken is vanaf 2021 slechts toegestaan voor belangen van meer dan 25 procent in vennootschappen die gevestigd zijn in de EU/EER. In het geval van een belang in een vennootschap die niet is gevestigd in de EU/EER waarin sprake is van een belang van minder dan 25 procent, maar meer dan 5 procent, blijft een liquidatieverlies aftrekbaar tot een bedrag van maximaal 1 miljoen euro.

Innovatiebox

Het effectieve tarief van de innovatiebox wordt verhoogd van 7 procent naar 9 procent vanaf 1 januari 2021.

3. Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Lening eigen venootschap

Aanmerkelijkbelanghouders die excessief geld lenen bij hun eigen vennootschap zullen vanaf 2022 belasting moeten betalen over die leningen. Het gaat hierbij om lening die uitstijgen boven de €500.000. Onder dit bedrag vallen geen eigenwoningschulden.

4. Wijzigingen voor de auto

Bijtelling privégebruik elektrische auto

Op dit moment bedraagt de bijtelling voor privégebruik van elektrische auto’s 4 procent van de cataloguswaarde voor zover deze niet meer bedraagt dan €50.000. Boven dit bedrag bedraagt de bijtelling 22 procent. In 2020 zal de bijtelling voor elektrische auto’s worden verdubbeld (8 procent) over de eerste €45.000 van de cataloguswaarde. In 2021 zal de bijtelling 12 procent over de eerste €40.000 bedragen. De gewone bijtelling blijft 22 procent. De bijtelling over elektrische auto’s zal blijven stijgen totdat er uiteindelijk in 2026 geen onderscheid meer is tussen gewone en elektrische auto’s van de zaak. De bijtelling op privégebruik van elektrische auto’s volgt uit een maatregel in het Klimaatakkoord.

5. Omzetbelasting

Verlaging btw-tarief voor elektronische uitgaven

Het Nederlandse verlaagde btw-tarief (9 procent) wordt van toepassing op het uitlenen en leveren van e-uitgaven langs elektronische weg.

De kleine ondernemersregeling

De KOR (kleine ondernemingsregeling) gaat veranderen. Het idee is dat ondernemers die niet meer dan €20.000 omzet per jaar maken vrijgesteld worden van het afdragen van btw. Dit zal zorgen voor minder administratieve lasten. Deze regeling zal ook voor stichtingen, verenigingen en BV’s gaan gelden. Op dit moment geldt de kleine ondernemingsregeling slechts voor de eenmanszaak, de maatschap en de vennootschap onder firma (VOF). Indien de belastingdienst je niet automatisch aangemerkt heeft voor deze vrijstelling dien je hier een aanvraag voor te doen. De regeling duurt in beginsel drie jaar.

6. Loonbelasting

Fiets van de zaak

Reizen met de fiets is goed voor het milieu, de gezondheid van de werknemer en onder andere de file-problematiek. De regels met betrekking tot een fiets van de zaak worden een stuk aantrekkelijker. Om dit moment valt de (lease)fiets van de zaak onder de werkkostenregeling. Bovendien moeten op dit moment alle gefietste kilometers geregistreerd worden. Dit zorgt voor een behoorlijke administratieve last. Ook voor de (lease)fiets van de zaak zal binnenkort een vaste bijtelling worden gehanteerd, net zoals bij de auto. Dit houdt in dat 7 procent van de waarde van de adviesprijs van de fiets opgeteld wordt bij het bruto-inkomen. Deze regeling zal gelden voor alle fietsen: racefietsen, elektrische fietsen, bakfietsen en stadsfietsen. De fiets kan gebruikt worden voor zowel privégebruik als woon-werkverkeer. De huidige kilometerregistratie wordt afgeschaft. Deze regeling betekent dat je in de nabije toekomst slechts een euro per maand zal betalen voor je fiets.

Vrijgestelde vergoeding kosten van aanvraag VOG

Er komt een gerichte vrijstelling in de wet waarin staat dat werkgevers de kosten voor een VOG onbelast aan de werknemer kunnen vergoeden. Dit wetsvoorstel zal worden opgenomen in het Belastingplan van 2020.

Producten uit eigen bedrijf

De waardering van branche-eigen producten worden op dit moment gewaardeerd op grond van de verkoopprijs aan derden. Deze waardering kan afwijken van de waarde in het economisch verkeer. Om deze reden wordt de waardering van een branche-eigen product voortaan gebaseerd op de waarde in het economisch verkeer.

logo_firm24_color_9b432741b9
Dit is de algemene schrijver binnen ons bedrijf. Meerdere collega's schrijven wel eens over onderwerpen en doen dit onder deze naam.
Bijgewerkt op 5 december 2024
Gepubliceerd op 19 september 2023

Kom je er niet helemaal uit? Wij staan voor je klaar.

Dankzij jarenlange ervaring weten wij ondernemers te helpen met het juiste advies.

Bel ons op +31 (0)20 30 80 675
Ma t/m Do
09:00 - 22:00
Vrijdag
09:00 - 17:00
Chat met een adviseur
Ma t/m Do
09:00 - 22:00
Vrijdag
09:00 - 17:00
Sales team Firm24